Auto bekogeld met zwaneneieren

923

Op woensdag 6 april 2016 deed ik een lugubere en nare ontdekking. Ik ging naar buiten en zag dat het erf voor mijn huis – afgeschermd met hoge hekken – bezaaid was met scherven van zwaneneierschalen. Tot mijn verbijstering zag ik dat mijn auto die voor mijn huis stond met zwaneneieren was bekogeld. De gehele achterkant van de auto was besmeurd met de inhoud van zwaneneieren; het eigeel drupte ervan af. Er lagen stukken eierschaal op mijn auto en naast mijn auto op de grond. In de restanten eierschalen zat bloed. Er waren dus ook nog eens dus levende zwanen-embryo’s op mijn auto stuk gegooid en vermoord, die uit het nest van een lief zwanenouderpaar waren weg gehaald!

Het verstoren van zwanennesten, het rapen en het vervoeren van zwaneneieren is op grond van de Flora en faunawet streng verboden, tenzij het jagers zijn die een afschot ontheffing van de provincie Zuid-Holland hebben. Zwaneneieren zijn wel 15x groter en zwaarder dan kippeneieren, waarmee de lak van een auto beschadigd wordt als daarmee de auto bekogeld wordt.

Ik belde de politie Krimpenerwaard en vroeg of de politie wilde komen. Op de restanten van de eierenschalen zijn immers vingerafdrukken en DNA-materiaal van de dader achtergebleven. De politie belde terug; de politie wilde niet komen want “er werden wel vaker (kippen)eieren tegen huizen gegooid”. Alsof zo’n normale situatie te vergelijken is met een situatie dat de auto van een zwanenbeschermster voor haar huis – achter hoge hekken – met zwaneneieren wordt bekogeld. Een zwanenbeschermster die afgelopen jaren meerdere malen zwaar mishandeld is door verschillende zwanendrifters en die meerdere malen fors bedreigd en belaagd is door zowel zwanendrifters als zwanenjagers.

Een aan mij onbekende gecamoufleerde jager sloeg nog kort geleden een kolf van zijn geweer richting mijn gezicht op de openbare weg, die ik maar net kon ontwijken. Ik waande mij in oorlogsgebied in plaats van in Stolwijk. Kort daarna werd ik plots door een geblindeerde jagersauto klem gereden en werd ik door twee jagers vanuit hun auto gefilmd. Ik werd door hen lange tijd in de weilanden ‘gegijzeld’ gehouden totdat de politie mij na een 112-melding bevrijdde.

Zelfs een gemeenteambtenaar, broer van een fanatiek jager (de leidinggevende van zwanendrifter/zwanenjager Bep Oostveen bij het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden) meende mij onlangs op de openbare weg te moeten belagen en bedreigen omdat hij niet wilde dat ik jagers filmde.

De bekogeling van mijn auto met zwaneneieren (met daarin zwanenembryo’s) was kennelijk geëntameerd door een haatzaaiend en opruiend artikel in het Algemeen Dagblad daags tevoren, dat journalist Hans-Paul Andriessen naar aanleiding van een verklaring van de Jagersvereniging schreef. Het AD gaf woordvoerster Janneke Eigeman van de Jagersvereniging ruim baan voor een uiterst beschamende lastercampagne tegen mij en mijn lieve zwanenbeschermers. De Jagersvereniging beklaagde zich over de vermeende bedreigingen die jagers zouden hebben ontvangen naar aanleiding van mijn filmbeelden van door jagers gepleegde gruwelijke strafbare feiten met weerloze knobbelzwanen die EenVandaag op televisie uitzond. Van deze vermeende bedreigingen staat overigens niet eens vast of de jagers die niet zelf onder nep-accounts op sociale media hebben geschreven.

Als ‘schuldige’ van deze vermeende bedreigingen wees collega dierenarts Laurens Hoedemaker, directeur van de Jagersvereniging, naar mij, die hij ten onrechte vergeleek met Volkert van der Graaf en de moordenaar van Els Borst waarmee ik niets van doen heb c.q. wil hebben. Volgens de Jagersvereniging had ik bij het publiekelijk aankaarten van de gruwelijke strafbare feiten die jagers al maandenlang ongemoeid met weerloze knobbelzwanen plegen niet de termen ‘afslachten’ en ‘doodmartelen’ mogen bezigen. De term ‘afslachten’  en ‘doodmartelen’ is naar mijn mening de enige juiste feitelijke beschrijving van het door jagers stelselmatig aanschieten van zwanen, het door honden laten bijten en verscheuren van levende zwanen, het door jagers levend over de rug gooien van levende gewonde aangeschoten zwanen, het dichtknijpen van de luchtpijp van aangeschoten zwanen, het draaien en breken van de nekwervels van zwanen bij volle bewustzijn en het – met gebroken nek – levend naar de auto sleuren van zwanen. Dit zou dierenarts Laurens Hoedemaker, gelet op zijn opleiding, toch als geen ander moeten weten.

En weer stak de Jagersvereniging niet de hand in eigen boezem en liet zij na om publiekelijk afstand te nemen van de strafbare martelpraktijken die haar leden met zwanen verrichten. Ook repte de Jagersvereniging ten onrechte met geen woord over de jager die de kolf van zijn geweer richting mijn gezicht sloeg, welke agressieve praktijken kennelijk ook tot de mores van de Jagersvereniging behoren. En dat nog los van het feit dat onderzoekers van de Wageningen Universiteit onlangs concludeerden dat afschot van knobbelzwanen een averechts effect op de zwanenpopulatie heeft en dat jagers afgelopen maanden op grond van feitelijk onjuiste veronderstellingen (namelijk dat door het verbod op het zwanendriften de zwanenpopulatie zou zijn toegenomen) onnodig vele knobbelzwanen hebben gedood.

Na een aanval met een kolf van een geweer door een gecamoufleerde jager, het klemrijden en gijzelen door een geblindeerde jagersauto en de bekogeling met zwaneneieren van mijn auto voor mijn huis, vraag ik mij af: What’s next?

Eén ding is zeker: mijn aangifte van smaad, laster en haat zaaien tegen de Jagersvereniging c.s. gaat er komen. En oh ja,… de eierschalen met vingerafdrukken en DNA van de dader heb ik – bij gebreke van de politie – zelf veilig gesteld.